Op safari in Afrika: 5 nationale parken buiten de gebaande paden

Heb je weleens een fietssafari overwogen? In dit Keniaanse park aan de rand van Lake Naivasha komt geen groot roofwild voor, maar kom je oog in oog te staan met giraffes, buffels en zebra’s. Je hoeft geen professionele fietser te zijn om een mooie ronde te maken, want de rood uitgeslagen vallei is voor Keniaanse begrippen bijzonder vlak. Een tocht door Hell’s Gate National Park is minder angstaanjagend dan de naam doet vermoeden, maar is zeker een ervaring om nooit te vergeten. Bij de ingang van het park kun je fietsen huren om de Afrikaanse wildernis op een bijzondere manier te ontdekken.

Oeganda staat bekend om haar populatie berggorilla’s en chimpansees, maar het Oost-Afrikaanse land heeft veel meer te bieden op safarigebied: in Queen Elizabeth National Park vind je olifanten, nijlpaarden, krokodillen en zelfs boomklimmende leeuwen, die hun toevlucht zoeken in brede acaciabomen. Tijdens een bootsafari geniet je op veilige afstand van dat wat een natuurdocumentaire lijkt: gapende nijlpaarden, water slurpende olifantenfamilies en grazende buffels. Oeganda is bovendien een geweldige keuze voor vogelliefhebbers: van kraanvogels tot pelikanen en visarenden; de diversiteit is zelfs voor Afrika opvallend. Daarbij is een safari in Queen Elizabeth National Park ongeveer de helft goedkoper dan in het Serengeti NP, terwijl de verscheidenheid van wild nauwelijks onderdoet.

Madagaskar is een enorm eiland met een lengte van ongeveer 1600km, gelegen aan de oostkust van Afrika ter hoogte van Mozambique. Ondanks dat de animatiefilm anders doet vermoeden, kom je hier geen dieren van de big five tegen. Madagaskar heeft zich los van het Afrikaanse vasteland ontwikkeld, waardoor 90% van de flora en fauna inheems is. In Andasibe NP ga je niet op zoek naar luipaarden of leeuwen, maar naar de indri indri; de grootste halfaap ter wereld, die alleen in het noordoosten van Madagaskar voorkomt. Tijdens prachtige trektochten door dikke bossen ontmoet je lemuren, kameleons en sifaka’s.

Tarangire in het noorden van Tanzania is veel onbekender dan het eveneens Tanzaniaanse Serengeti NP of de Ngorongoro krater. Het landschap is lieflijk versierd met kleine meren en glooiende heuvels. Kampeerders kunnen hier prachtig overnachten onder een heldere sterrenhemel om ‘s ochtends vroeg in een nog verlaten park hun eerste game drive te maken. De kans op leeuwen, olifanten, zebra’s, hyena’s, jakhalzen en giraffes is groot. Bovendien maakt het afwisselende landschap zelfs de wildloze minuten meer dan de moeite waard!

Sinds 2017 is dit park weer het thuis van de hele big five. Door de komst van neushoorns uit Zuid-Afrika is dit onbekende park op slechts 2 uur rijden van de Rwandese hoofdstad Kigali met recht een top safaribestemming te noemen. Niet alleen het vele wild, maar ook de diversiteit aan landschappen maken Akagera tot een must-visit tijdens je reis door Rwanda. Savanne, moerassen en hoge bergen wisselen elkaar in rap tempo af. Bovendien huist het park meer dan 500 vogelsoorten, waardoor ook vogelspotters ruimschoots aan hun trekken komen.