Vogezen

Ongeveer vijf uur rijden van Nederland ligt het plaatsje Gérardmer midden in de Vogezen. Vanuit Gérardmer is de omgeving prima te verkennen en in de winter zit je vlakbij twee wintersportgebieden waar niet alleen de beginnende skiër of snowboarder zich zal kunnen vermaken. Ook wandelaars en natuurlijk langlaufers (mooie loipes!) zullen het naar hun zin hebben.
De ronde bergtoppen van de Vogezen liggen tussen de Ardennen en het Zwarte Woud, waar de sneeuw op de noordelijkere gelegen bergen ondanks de geringe hoogte tijdens de wintermaanden vaak overvloedig aanwezig is. De twee bekendste en grootste wintersport gebieden zijn dat van Gerardmer en -iets verderop- bij het dorpje La Bresse. Een groot aantal sneeuwkanonnenf zorgen ervoor dat zelfs bij warmer weer er een goed laagje wit blijft liggen.

Het skigebied van Gérardmer heeft 20 liften, 40 kilometer piste en 50 sneeuwkanonnen. Het is een gezellig familiegebied en wordt dan ook druk bezocht door mensen van alle leeftijden. Je komt hier veel skiërs tegen en niet zoveel snowboarders. Het gaat hier om het glijden zelf en het bij elkaar zijn, niet zozeer over hoe vaardig je het skiën of snowboarden beheerst. ’s Nachts gaan de lichten aan en worden pistegebruikers getracteerd op een muziekje.

Vanaf Gérardmer is het ongeveer een half uurtje rijden naar het veel bekendere, grotere en (vanuit wintersportopzichten) interessantere La Bresse. Hier kun je gerust een ski- of snowboardvakantie plannen, absoluut als er verse sneeuw is gevallen. Met 31 liften, 50 kilometer piste en 220 sneeuwkanonnen lijkt het gebied verassend veel op de skioorden van Oost-Europa (zoals Svaty Petr, bij Splinderuv Mlyn in Tsjechië). Als je je naar de hogere pistes waagt krijg je een mooi uitzicht over glooiende hellingen bedekt met (loof-)bomen. Samen vormen La Bresse, Hoheneck en La Schlucht het grootste skigebied van de Vogezen. Je kunt zelfs 100 meter van de pistes af verblijven in appartementen, maar het is ook gezellig om iets verderop in een chalet je vakantie door te brengen.